Het ontwerpbesluit betreft een technische wijziging van de definitie van een kleine werkgever in het kader van de tijdelijke beperking van de plicht tot waardeoverdracht bij bijbetalingslasten. Het doel van de regeling is het voorkomen van forse bijbetalingslasten voor kleine werkgevers bij waardeoverdracht.
Staatssecretaris Klijnsma heeft het ontwerpbesluit 'wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met aanpassing van de tijdelijke regeling aanvullende bijdragen’ aan de Tweede Kamer gestuurd.
Het ontwerpbesluit betreft een technische wijziging van de definitie van een kleine werkgever in het kader van de tijdelijke beperking van de plicht tot waardeoverdracht bij bijbetalingslasten. Het doel van de regeling is het voorkomen van forse bijbetalingslasten voor kleine werkgevers bij waardeoverdracht.
0 Comments
Op 20 januari heeft de staatssecretaris de Tweede Kamer per brief geïnformeerd onderzoek te doen naar vereenvoudiging van het recht op individuele waardeoverdracht.
Hierbij wordt gedacht aan het overdragen van de waarde van de pensioenvoorziening in plaats van de pensioenaanspraak. Ook zal onderzocht worden of het proces van waardeoverdracht meer kan worden geautomatiseerd. Tenslotte zal aandacht worden gegeven aan de vraag vanuit de praktijk of de uitvoeringskosten voor pensioenuitvoerders verder kunnen worden verlaagd door het verruimen van de mogelijkheden rondom collectieve waardeoverdracht. Meer info Wilt u meer informatie ontvangen of kunt u ondersteuning gebruiken? Neemt u dan vrijblijvend contact met ons op. Rekenrente waardeoverdracht-tarief 2014
De rekenrente die gaat gelden voor het waardeoverdrachttarief in 2014 is vastgesteld op 2,785%. De rekenrente is daarmee voor het eerst na jaren weer gestegen. Een lage rekenrente kan heel vervelend uitpakken voor de oude werkgever. Deze wordt in veel gevallen geconfronteerd met kosten op het moment de ex-werknemer besluit tot waardeoverdracht. Ook al is deze werknemer al jaren geleden uit dienst gegaan. Jaar 2014: 2,785% Jaar 2013: 2,432% Jaar 2012: 2,802% Jaar 2011: 2,984% Jaar 2010: 4,122% Jaar 2009: 4,533% Jaar 2008: 4,926% In de jaren voor 2008 werd gerekend met een vast percentage van 4%. Rekenrente waardeoverdracht-tarief 2013
De rekenrente die gaat gelden voor het waardeoverdrachttarief in 2013 is vastgesteld op 2,432%. De rente is daarmee fors gedaald ten opzichte van 2012 (2,802%). Een lage rekenrente kan heel vervelend uitpakken voor de oude werkgever. Deze wordt in veel gevallen geconfronteerd met kosten op het moment de ex-werknemer besluit tot waardeoverdracht. De laatste jaren is de rente jaar voor jaar gedaald tot het huidige niveau: Jaar 2013: 2,432% Jaar 2012: 2,802% Jaar 2011: 2,984% Jaar 2010: 4,122% Jaar 2009: 4,533% Jaar 2008: 4,926% In de jaren voor 2008 werd gerekend met een vast percentage van 4%. ![]()
Van de 450 pensioenfondsen in Nederland zullen er mogelijk 125 op pensioenen moeten korten. Dat zei president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank donderdag in een extra uitzending van Nieuwsuur.
Medio februari moeten de pensioenfondsen aan hun deelnemers meedelen welke maatregelen zij zullen nemen om hun tekort te dekken. Volgens Knot zullen 125 fondsen daarbij spreken van mogelijke kortingen. Het gaat volgens de DNB-president over voorgenomen kortingen die in april 2013 zullen worden uitgevoerd als er dit jaar geen herstel optreedt. Circa 40 procent van alle deelnemers zal worden getroffen. ,,Een weinig vreugdevolle mededeling”, aldus Knot. Volgens de bankpresident is een korting de laatste maatregel, die genomen kan worden als alle andere mogelijke maatregelen zijn genomen en er verder ,,geen muziek in zit”. De kortingen zullen liggen tussen de 0 en 7 procent. Het gemiddelde is ,,een paar procent”, aldus Knot. Als inderdaad 125 pensioenfondsen moeten korten, zou het gaan om de meest massale korting die sinds 1954 op pensioenfondsen is doorgevoerd. ©ANP De Nederlandsche Bank (DNB) heeft deze week bij hoge uitzondering de rekenrente, waartegen de pensioenfondsen hun verplichtingen moeten waarderen, aangepast. Dat meldde de toezichthouder vrijdag.
‘Normaal gesproken gaan we uit van de rentestand aan het eind van het jaar. Maar gezien de uitzonderlijke omstandigheden op de markt hebben we besloten een gemiddelde van de afgelopen 3 maanden te hanteren’, aldus een woordvoerder van DNB. De aanpassing scheelt de pensioenfondsen 4 procent in de dekkingsgraad. ‘Die gaat over de hele linie van gemiddeld 94 procent naar 98 procent.’ De uitzonderlijke maatregel is genomen omdat de rente al geruime tijd op een bijzonder lage stand staat. ‘Hoe lager de rente, hoe meer middelen de fondsen in kas moeten houden.’ Verder heeft DNB in overleg met het ministerie van Sociale Zaken besloten dat de pensioenfondsen maximaal 7 procent op de oudedagsuitkeringen mogen korten. ‘DNB heeft dit besluit genomen in het licht van de impact van pensioenen op macro-economische ontwikkelingen.’ De korting is nodig omdat veel fondsen onder de vereiste dekkingsgraad van 105 procent zijn beland. Samengevat: Even goochelen met de regels en de pensioenfondsen zitten weer beter. Met deze tegemoetkoming van de DNB wordt de rekening verder naar de toekomst doorgeschoven. Bij waardeoverdracht van pensioenen kunnen werkgevers met een rechtstreeks verzekerde regeling worden geconfronteerd met soms forse bijbetalingslasten. De minister heeft in een besluit de regels (tijdelijk) aangepast zodat de werkgever niet meer kan worden verplicht om een bijdrage te leveren.
Dat betekent dat het voor de werknemer in sommige gevallen onmogelijk wordt om waardeoverdracht te doen. Absolute grens van €15.000 … Een van de uitgangspunten van dit besluit is het voorkomen van bijbetalingslasten van vele tienduizenden euro’s bij kleine werkgevers. Dit besluit legt een absolute grens bij €15.000. Alle waardeoverdrachten met een lagere bijbetalingslast, worden door het besluit niet geraakt. Dit besluit is een tijdelijke maatregel, in afwachting van een meer fundamentele discussie over waardeoverdracht. Naar verwachting zal de inwerkingtreding 1 juli 2012 zijn. Voor veel pensioenfondsen lijkt het onvermijdelijk dat zij de pensioenen moeten gaan korten. Dat schrijft het Financiële Dagblad vandaag op grond van eigen onderzoek naar de financiële situatie van pensioenfondsen.
Volgens het FD dreigt bij zeventien grote fondsen een korting van gemiddeld 5,9 procent. Bij de vijf grootste pensioenfondsen zou zelfs een verlaging van gemiddeld 7,9 procent in de lucht hangen. De krant deed onderzoek naar de dekkingsgraden van 50 pensioenfondsen die samen 89 procent van de Nederlandse pensioenpot beheren. In de pensioensector wordt er al langer rekening mee gehouden dat na volgend jaar de pensioenen omlaag zullen moeten. Niet zozeer de aandelenmarkt maar juist de lage rentestand resulteert in een te lage dekkingsgraad. De dekkingsgraad geeft aan in hoeverre het fonds in staat is aan zijn huidige en toekomstige pensioenverplichtingen te voldoen. De pensioenfondsen waarvoor dat geldt, moeten van De Nederlandsche Bank (DNB) maatregelen nemen om hun dekkingsgraad weer op peil te krijgen. Waardeoverdracht naar een pensioenfonds is hiermee in de meeste gevallen niet aan te bevelen. Eind november 2011 bedroeg de gemiddelde dekkingsgraad van een pensioenfonds 97%. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de dekkingsgraad per ultimo van het derde kwartaal. Toen bedroeg de dekkingsgraad nog 94%; de laagste stand sinds het eerste kwartaal van 2009. Deze stijging van de dekkingsgraad – de verhouding tussen beschikbare middelen en verplichtingen – hangt samen met de stijgingen van de aandelenkoersen en de lange rente. Hierdoor namen de beschikbare middelen toe, terwijl de
verplichtingen afnamen. Tussen eind september en eind november stegen de aandelenkoersen. Zo steeg de AEX in deze periode met 7% en de MSCI-world index met 6,8% (tabel 3.1). Dit heeft een positief effect op de beschikbare middelen. De verplichtingen van pensioenfondsen zijn tussen eind september en eind november daarentegen afgenomen. De voornaamste reden hiervoor was de stijging van de lange rente (15-jaars, tabel 1.3) van 2,9% naar 3,1% in deze periode. Bij een hogere rente hoeven pensioenfondsen minder geld te reserveren voor toekomstige uitkeringen. Een hogere rente heeft evenwel een negatief effect op de beschikbare middelen, doordat de portefeuille met vastrentende waarden minder waard wordt. Dit negatieve effect werd in deze periode echter gecompenseerd door de stijging van de aandelenkoersen. Ondanks deze ontwikkelingen bevinden veel pensioenfondsen zich nog steeds in een dekkingstekort. Een dekkingstekort houdt in dat de dekkingsgraad van een pensioenfonds lager is dan 105%. Eind november waren 5,1 miljoen actieve deelnemers en 2,5 miljoen pensioengerechtigden aangesloten bij één van de 261 pensioenfondsen in dekkingstekort. Eind september waren dit nog 276 pensioenfondsen met 5,3 miljoen actieve deelnemers en 2,5 miljoen pensioengerechtigden. Pensioenfondsen in dekkingstekort moeten een herstelplan indienen bij De Nederlandsche Bank. Begin 2012 zullen deze herstelplannen worden geëvalueerd. Bron: DNB 15-12-2011 |
AuthorRemko van Dijk Archives
Januari 2017
|