De Eerste Kamer heeft vandaag, dinsdag 27 mei 2014, ingestemd met het aangepaste voorstel tot versobering van de pensioenopbouw. Door het zogenoemde fiscale Witteveenkader te beperken, wordt de jaarlijkse pensioenopbouw verder verlaagd van maximaal 2,15% naar 1,875% bij een middelloonregeling. Het aangepaste wetsvoorstel, de 'novelle', kon vandaag in navolging van de Tweede Kamer wel op een meerderheid van de Eerste Kamer rekenen. Ondanks de aanpassing van het voorstel is er nog steeds sprake van een forse versobering van de pensioenopbouw.
Het aanvaarden van de versobering van het Witteveenkader betekent ook dat de omkeer-regel, belastingvrij pensioen opbouwen en pas belasting betalen als de pensioenuitkering wordt genoten, niet meer van toepassing is boven de salarisgrens van € 100.000. Boven die inkomensgrens zullen vrijwillige netto-regelingen worden geïntroduceerd.
Maxima
In 2014 kon een aantal pensioenregelingen de “dans der aanpassing” nog wel ontspringen. In 2015 zal dat nauwelijks mogelijk zijn door de verdere verlaging van de pensioenmaxima. Behalve een lagere pensioenopbouw wordt het er niet bepaald eenvoudiger op. “Leuker kunnen we het niet maken, makkelijker ook niet.”
Wij behandelen vier aandachtspunten en ieder aandachtspunt sluiten we af met een advies.
1. Combinatie
In veel beschikbare premieregelingen is een partnerpensioen verzekerd ter grootte van 70% van het ouderdomspensioen op basis van het eindloonsysteem. Het maximale eindloon-partnerpensioen is straks 1,160%. Dat past dus alleen als het ouderdomspensioen niet hoger is dan 1,66% (= 1,160 : 0,7).
Advies: controleer of het partnerpensioen vanaf 2015 nog wel past binnen de nieuwe maxima.
2. AOW-franchise
In veel pensioenregelingen is de AOW-franchise gelijk aan het fiscale minimum. Voor 2014 is dat bedrag voor ieder pensioensysteem gelijk. Vanaf 2015 geldt er per pensioensysteem een afwijkende AOW-franchise. Een lagere AOW-franchise leidt tot een hoger pensioen, hogere eigen bijdrage én hogere premie. Een hogere AOW-franchise heeft het
tegenovergestelde effect. En om het nog “leuker” te maken: in beschikbare premieregelingen (zie hiervoor) moeten straks twee verschillende AOW-franchises worden gehanteerd. De fiscus heeft deze zienswijze bevestigd. De vraag is hoe dit nu in de praktijk gaat uitpakken.
Advies: controleer welke AOW-franchise in uw pensioenregeling wordt gehanteerd.
3. Maximum pensioengevend loon
Over het salaris boven de € 100.000 mag geen “gewoon” pensioen meer worden opgebouwd. Dat betekent dat een deel van het ouderdomspensioen én het partnerpensioen straks wegvalt. Als doekje voor het bloeden mag een “netto lijfrente” worden geregeld. Maar ja, dan kunnen er gezondheidswaarborgen gelden. Over de details van de uitvoering wordt nog gesleuteld.
Advies: inventariseer de gevolgen van het loonmaximum voor bijv. management en directie.
4. Knip partnerpensioen
De pensioenopbouw tót 1 januari 2015 mag gebaseerd blijven op de oude pensioenmaxima. Dat is met name van belang als het partnerpensioen is verzekerd op “risicobasis”. Door toepassing van de zogenaamde “verticale knip” kan de beperking van het partnerpensioen beperkt blijven tot alleen de toekomstige jaren. Maar dan moet de pensioenuitvoerder
(verzekeraar / pensioenfonds) wel meewerken.
Advies: onderzoek of een verticale knip toegepast kan worden.
Slottip
Helaas, leuker wordt de pensioenwetgeving niet, makkelijker ook niet. Maar we helpen u uiteraard graag. Met onze hulp wordt het voor u vast en zeker toch “iets makkelijker”…
Het aanvaarden van de versobering van het Witteveenkader betekent ook dat de omkeer-regel, belastingvrij pensioen opbouwen en pas belasting betalen als de pensioenuitkering wordt genoten, niet meer van toepassing is boven de salarisgrens van € 100.000. Boven die inkomensgrens zullen vrijwillige netto-regelingen worden geïntroduceerd.
Maxima
In 2014 kon een aantal pensioenregelingen de “dans der aanpassing” nog wel ontspringen. In 2015 zal dat nauwelijks mogelijk zijn door de verdere verlaging van de pensioenmaxima. Behalve een lagere pensioenopbouw wordt het er niet bepaald eenvoudiger op. “Leuker kunnen we het niet maken, makkelijker ook niet.”
Wij behandelen vier aandachtspunten en ieder aandachtspunt sluiten we af met een advies.
1. Combinatie
In veel beschikbare premieregelingen is een partnerpensioen verzekerd ter grootte van 70% van het ouderdomspensioen op basis van het eindloonsysteem. Het maximale eindloon-partnerpensioen is straks 1,160%. Dat past dus alleen als het ouderdomspensioen niet hoger is dan 1,66% (= 1,160 : 0,7).
Advies: controleer of het partnerpensioen vanaf 2015 nog wel past binnen de nieuwe maxima.
2. AOW-franchise
In veel pensioenregelingen is de AOW-franchise gelijk aan het fiscale minimum. Voor 2014 is dat bedrag voor ieder pensioensysteem gelijk. Vanaf 2015 geldt er per pensioensysteem een afwijkende AOW-franchise. Een lagere AOW-franchise leidt tot een hoger pensioen, hogere eigen bijdrage én hogere premie. Een hogere AOW-franchise heeft het
tegenovergestelde effect. En om het nog “leuker” te maken: in beschikbare premieregelingen (zie hiervoor) moeten straks twee verschillende AOW-franchises worden gehanteerd. De fiscus heeft deze zienswijze bevestigd. De vraag is hoe dit nu in de praktijk gaat uitpakken.
Advies: controleer welke AOW-franchise in uw pensioenregeling wordt gehanteerd.
3. Maximum pensioengevend loon
Over het salaris boven de € 100.000 mag geen “gewoon” pensioen meer worden opgebouwd. Dat betekent dat een deel van het ouderdomspensioen én het partnerpensioen straks wegvalt. Als doekje voor het bloeden mag een “netto lijfrente” worden geregeld. Maar ja, dan kunnen er gezondheidswaarborgen gelden. Over de details van de uitvoering wordt nog gesleuteld.
Advies: inventariseer de gevolgen van het loonmaximum voor bijv. management en directie.
4. Knip partnerpensioen
De pensioenopbouw tót 1 januari 2015 mag gebaseerd blijven op de oude pensioenmaxima. Dat is met name van belang als het partnerpensioen is verzekerd op “risicobasis”. Door toepassing van de zogenaamde “verticale knip” kan de beperking van het partnerpensioen beperkt blijven tot alleen de toekomstige jaren. Maar dan moet de pensioenuitvoerder
(verzekeraar / pensioenfonds) wel meewerken.
Advies: onderzoek of een verticale knip toegepast kan worden.
Slottip
Helaas, leuker wordt de pensioenwetgeving niet, makkelijker ook niet. Maar we helpen u uiteraard graag. Met onze hulp wordt het voor u vast en zeker toch “iets makkelijker”…